Uit Maritem Nederland | Auteur: Bart Stam | Publicatiedatum:
Het nieuwe ms Egbert Wagenborg is nu een half jaar in de vaart. Het multipurpose schip van 14.300 dwt moet zoveel mogelijk project- en bulklading vervoeren tegen minimale kosten en een laag brandstofverbruik. Dit vereiste heel wat creativiteit en technisch vernuft van Wagenborg Shipping, Niestern Sander en Conoship International. “We hebben in dit project constant de grenzen opgezocht”, aldus de drie Groningse partners die trots zijn op de nominatie voor de Maritime KVNR Shipping Award 2017
Vanaf de start in 2015 heeft Wagenborg Shipping intensief samengewerkt met scheepswerf Niestern Sander en ontwerpbureau Conoship International, zegt newbuilding superintendent Mike Settels van de rederij. “Alleen zo konden wij een innovatief schip realiseren dat niet alleen een maximale hoeveelheid lading kan vervoeren tegen de laagste kosten, maar ook klaar is voor de toekomst qua ontwerp en infrastructuur.”
Settels krijgt bijval van Jack Kuin, hoofdontwerper bij scheepswerf Niestern Sander in Delfzijl, en Klaas Visser, projectleider en scheepsbouwkundig ingenieur bij ontwerpbureau Conoship International in Groningen. Visser: “We zijn heel vaak bij elkaar geweest omdat dit een zeer complex ontwerp- en bouwproject was. Voor ons als ontwerpbureau was het prettig om vanaf de allereerste schetsen aan tafel te zitten met de rederij en de scheepswerf. Doorgaans komen wij pas in beeld als de technische specificaties reeds zijn vastgesteld. Nu konden we vanaf het begin actief meedenken, bijvoorbeeld over de scheepsromp, de positie van de brug en het vermogen van de hoofdmotor.”
Volgens Guus van der Linde, communicatiemanager van Wagenborg, is er nooit sprake geweest van een klassieke rolverdeling tussen enerzijds de rederij als opdrachtgever en anderzijds de scheepswerf en het ontwerpbureau als uitvoerende partijen. Kuin onderschrijft dit: “We zijn vanaf het begin een drie-eenheid geweest die alle uitdagingen heeft besproken en gezamenlijk de technische oplossingen heeft bedacht. Hier in Groningen zijn er al jarenlang goede contacten tussen Wagenborg, Niestern Sander en Conoship International.”
Innovatief schip
Uitdagingen waren er voldoende in het ontwerp en bouw van het ’Ms Egbert Wagenborg’, het derde schip dat naar de gelijknamige oprichter (1866-1943) is vernoemd. “Dit is het eerste schip van de nieuwe Easy Max-generatie,” zegt Settels. “Daarmee wil Wagenborg een nieuw multipurpose schip op de markt brengen voor de toekomst. Dat kan alleen met een innovatief schip op het gebied van veiligheid, comfort, communicatie en brandstofverbruik.” Hij vervolgt: “Daarom is het zo belangrijk dat we een infrastructuur aan boord hebben voor remote support: ondersteuning vanaf de wal als er bijvoorbeeld storingen of softwareproblemen zijn. Verder vinden we het belangrijk dat de zevenkoppige bemanning beschikt over goede, moderne accommodaties en een geavanceerde brug. Essentieel hierbij zijn storingsvrije satellietcommunicatie op open zee en 4G-netwerken in de kustwateren.”
’Remote support aan boord maakt het mogelijk ondersteuning vanaf de wal in te roepen bij storingen of softwareproblemen’
Eenvoudig was het niet om te voldoen aan al deze eisen. Dit gold zeker voor Niestern Sander. Met een lengte van 149,95 meter en een breedte van 15,90 meter kon het schip alleen met het nodige kunst en vliegwerk in de productiehal worden gebouwd en naar buiten worden gereden. Kuin: “Dit is het grootste schip dat we ooit hebben gebouwd. Daarom hebben we flink moeten improviseren.” Zo moest Niestern Sander nieuwe deuropeningen aanbrengen omdat het schip anders de hal niet kon verlaten. Ook het verdere transport door het Oude Eemskanaal naar de sluis van Delfzijl was letterlijk passen en meten. Kuin: “Direct na onze insteekhaven volgt een scherpe, haakse bocht op het Oude Eemskanaal. Met een lengte van 150 meter kon de Egbert Wagenborg deze draai maar net maken. Vandaar dat we zelfs drones hebben gebruikt om het transport in goede banen te leiden.”
Open top
Tijdens het ontwerpproces bleek verder dat een zogeheten open-topnotatie mogelijk was. Dat betekent dat de Egbert Wagenborg kan varen zonder dekluiken. Settels: “Open top biedt geweldige mogelijkheden om naast bulklading ook projectlading te vervoeren. Denk aan rotorbladen voor offshorewindturbines. Maar dat kan alleen als er extra lens- en ballastwaterpompen zijn om zeewater of het water van tropische regenbuien snel weg te pompen. Dat zou echter betekenen dat we dan laadruimte zouden moeten inleveren voor extra pompen en leidingwerk.” De oplossing werd door de drie partners gevonden in het meervoudig gebruik van de lens- en ballastpompen. Settels: “Normaal zijn dit twee gescheiden systemen maar wij zijn erin geslaagd beide functies te combineren. Hierdoor konden we elders ruimte besparen.”
Hetzelfde geldt voor de positionering van de accommodatie en de brug op het voorschip. Kuin: “Het grote voordeel is dat de accommodatie hierdoor compacter kan blijven en een betere stroomlijn heeft dan een traditioneel dekhuis op het achterschip. Dat betekent weer extra laadvermogen door minder gewicht en een betere ligging van het gewichtszwaartepunt.”
Laag brandstofgebruik
De Egbert Wagenborg vaart in zogeheten SECA-gebieden op gasolie, daarbuiten op stookolie met een laag zwavelgehalte. Kuin: ‘’LNG is helaas geen optie voor de EasyMax-schepen. Voor LNG heb je zulke grote opslagtanks en complexe installaties nodig aan boord dat dit ten koste zou gaan van de beschikbaar laadruimte, en dus van het ontwerp.”
In plaats daarvan kozen de drie partners voor een uitgekiend ontwerp om het brandstofverbruik flink naar beneden te brengen. Zoals een slanke boeg waardoor het schip zo min mogelijk weerstand ondervindt. Kuin: “Bij een relatief lage snelheid van 11 knopen en een variabele diepgang tot maximaal 8,60 meter is dat een ideale oplossing. Met deze boegvorm kan de Egbert Wagenborg langer zijn snelheid behouden in slecht weer.”
’Dankzij de slanke boeg kan de Egbert Wagenborg langer zijn snelheid behouden in slecht weer’
Uit de eerste resultaten blijkt dat de Egbert Wagenborg voldoet aan alle ontwerpeisen. Zowel wat betreft algemene prestaties als wat betreft brandstofverbruik. Settels: “Qua Energy Efficiency Design Index (EEDI) scoort dit schip heel goed.” Tot dusver is de nieuwe aanwinst van de Wagenborg-vloot vooral actief geweest in Noordwest-Europa en op de Middellandse Zee maar het schip is wereldwijd inzetbaar. Waarschijnlijk gaat het schip binnenkort ook naar de Grote Meren tussen de VS en Canada.
Nominatie
De drie partijen zijn trots op de nominatie van de Egbert Wagenborg voor de Maritime KVNR Shipping Award, waarvan de winnaar op 6 november bekend zal worden gemaakt tijdens het Maritiem Gala. “Natuurlijk vinden we dat een eer”, zeggen de drie gesprekspartners. “Maar belangrijker is dat het schip doet het wat het belooft. Dat vinden wij nog belangrijk dan die prijs!”